‘Hier vinden ze uitdagend werk voor je, dat bij je past’ 

Brandon Tegelaar heeft te veel interesses om zich nu al vast te willen leggen op één functie. Daarom koos hij voor een management traineeship van TBI. Dat deze trainees allemaal een master hebben behaald, en hij niet, bleek geen obstakel. De werkgever voor zijn eerste periode van acht maanden is Croonwolter&dros. Bij dit grootste bedrijf binnen TBI kreeg hij de ambitieuze opdracht om structuur en draagvlak te creëren voor alle mvo-activiteiten en -verplichtingen.

‘Ik studeerde Bedrijfskunde aan de VU Amsterdam omdat het een heel brede studie is en ik heel veel onderwerpen en vakgebieden interessant vind. Nadat ik mijn bachelor’s degree had behaald, was het logisch om een master te gaan doen, wat zou betekenen dat ik me ging specialiseren. Maar dat wilde ik nog niet. Dus ging ik op zoek naar een traineeship. Maar waar? Er zijn zoveel bedrijven die dit aanbieden. Een oom van mij werkte zo’n twintig jaar bij Croonwolter&dros, een bedrijf dat ketenbreed veel doet aan verduurzaming. Dat vind ik heel boeiend, niet voor niets deed ik een minor in sustainability. Ik ging op hun website kijken en ontdekte dat Croonwolter&dros behoort tot TBI, een holding met nog twintig andere bedrijven in de techniek, bouw en infra.’ 

Je had niet eerder van TBI gehoord?

‘Nee, maar op hun website las ik de verhalen van trainees en werd heel enthousiast. Hier bestond de kans om bij drie verschillende bedrijven in drie verschillende functies ervaring op te doen! Dat was helemaal wat ik wilde.’ 

 

Dus je solliciteerde?

‘Nou, ik zag op de website dat alle trainees een masteropleiding hadden gevolgd en dat de meesten een technische achtergrond hebben. Ik heb geen van beide, dus ik belde om te vragen of ik wel in aanmerking kwam voor een traineeship. Een master bleek inderdaad een vereiste, maar dit was het eerste jaar dat ze daar, bij een heel goede match, een uitzondering op wilden maken. Daarop mocht ik het assessment doen dat bestaat uit een capaciteitstest, een cognitietest en een drijfverentest. Toen ik daar positief op scoorde, werd ik uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.’

Hoe verliep je eerste gesprek?

‘Het begon best spannend. Directeur Bouw, Harald van Keulen, legde mijn sollicitatiebrief op tafel, met de opmerking dat er twee spelfouten in stonden. Dus ik dacht: samen met het niet hebben van een master sta ik nu met 2-0 achter. Maar het gaf ook aan hoe precies mijn brief was gelezen. Ik heb veel gesolliciteerd en nooit iets over die spelfouten gehoord. Het gesprek dat volgde was heel intensief, en dat bedoel ik op een positieve manier. Er werd diep doorgevraagd. In het begin vond ik dat wat intimiderend, maar gaandeweg kwam ik erachter dat mijn twee gesprekspartners echt aan het zoeken waren naar mijn interesses en drijfveren om zo de beste plek voor mij in de organisatie te vinden.’ 

 

En lukte het al in het eerste gesprek om een mogelijke plek te vinden?

‘Ja, we vonden zelfs drie heel interessante opties. We stelden vast dat duurzaamheid voor mij heel belangrijk is, waarop Harald voorstelde dat dit de rode draad zou kunnen zijn in mijn drie werkperioden. Zo zou ik op het kantoor van de holding kunnen werken, waar de brede duurzaamheidsambities worden geformuleerd. Ook kon ik bij een projectontwikkelaar terecht, waar duurzaamheid speelt in de ontwikkeling, bouw en exploitatie van gebouwen. Dat was een leuke verrassing, want projectontwikkeling vind ik heel boeiend omdat een heel goede kennis hierin actief is en me daar altijd veel over vertelde. Met mijn achtergrond had ik nooit durven dromen in de buurt van dat vakgebied te komen, maar hier kon het! En tot slot was er een nieuwe, enthousiaste QHSE Manager begonnen bij Croonwolter&dros,­ met grote plannen op het gebied van duurzaamheid. Zij kon wellicht ondersteuning gebruiken.’ 

 

Dus het viel wel mee met die 2-0 achterstand?

‘Absoluut. Ik ging super enthousiast weg. De volgende dag werd ik gebeld met de vraag hoe ik het gesprek had ervaren. Daar kon ik alleen maar positief over zijn. En dat waren zij ook.’ 

‘Dat ik – als broekie – zo’n belangrijke opdracht mag doen, vind ik heel bijzonder’

En de laatstgenoemde mogelijkheid werd je eerste werkperiode?

‘Ja, de nieuwe QHSE Manager, Isa Bours, had eigenlijk een fulltime kracht ter ondersteuning nodig, maar in het weekend na mijn eerste gesprek, schreef zij al een opdracht voor mij uit. Zo werd een functie voor mij bij Croonwolter&dros gecreëerd, waarbij ik zou helpen bij het uitwerken van het mvo-beleid. Ik was daar nog maar net mee begonnen of we kregen een audit voor de CO2-Prestatieladder. Daarbij bleek dat heel veel informatie slecht te vinden was. Het werd mijn taak alles boven water te halen. Ik wist daar niets van, maar werd goed begeleid, mocht iedereen met vragen benaderen en kreeg ook veel waardering voor wat ik deed. En, we slaagden voor de audit!’ 

 

Was je opdracht daarmee klaar?

‘Nee, want de manier waarop we deze klus hadden moeten klaren, leerde ons dat er te weinig structuur en planning bestond van de mvo-gerelateerde activiteiten (maatschappelijk verantwoord ondernemen). Ik kreeg als taak voor de resterende vier maanden om structuur en draagvlak te creëren voor ons mvo-beleid. Dat doe ik door een jaarplanning te maken van alle onderdelen die onder mvo vallen: het algemene mvo-beleid, de mvo-kwartaalrapportage, ISO14001, de CO2-Prestatieladder en de CSRD duurzaamheidsrapportage. Per onderdeel maak ik een planning en zet daarin wat er jaarlijks gedaan moet worden aan taken en audits, welke afdeling daarvoor verantwoordelijk is, wie de contactpersoon is, welke processtappen moeten worden gevolgd, de deadlines, de beschikbare templates, uploadlocaties etc. Hiermee voorkomen we dat we nogmaals verrast worden, zoals dit gebeurde bij de audit voor de CO2-Prestatieladder.’ 

 

Je had het ook over ‘draagvlak creëren’.

‘Klopt. Als je op het laatste moment collega’s moet vragen om snel allerlei informatie aan te leveren, krijg je frictie. Met een goede structuur en planning voorkom je dit, waardoor er meer draagvlak ontstaat voor dat wat binnen het mvo-beleid te gebeuren staat. De structuur die ik nu maak, kan met kleine aanpassingen elk jaar weer worden gebruikt. Heel Croonwolter&dros, bijna 3.000 mensen, gaan hier iets aan hebben. Dat ik – als broekie – dit mag maken, vind ik heel bijzonder.’ 

Kun je iets zeggen over de cultuur waarin je werkt?

‘Ik vind de sfeer luchtig en prettig. Bij Croonwolter&dros lopen allerlei mensen door elkaar, casual gekleed, in pak en in bouwkleding. Op het kantoor van de holding is het stiller en zie je meer pakken, maar zodra je met mensen praat, merk je dat zij net zo benaderbaar en open zijn als mijn collega’s bij Croonwolter&dros. Iedereen heeft tijd voor me. Ook binnen onze traineegroep is iedereen heel open. Tijdens een training kreeg ik te horen dat ik zelfverzekerd overkom. Ik bracht toen in dat ik, sinds corona, juist zenuwachtig kan zijn, met name als ik moet presenteren. Dat zien anderen niet, maar ik heb er wel last van en zou graag mijn oude gemak terugvinden. Toen ontstond een heel open gesprek waarin ik ook tips kreeg.’ 

Stuur verhaal door